Dit is het basisingrediënt. De rest komt spontaan.
Laten we even praten of …
babbelen, communiceren, converseren, discussiëren, een conversatie hebben, fluisteren, in contact staan, kakelen, klappen, kletsen, kouten, kwebbelen, kwekken, kwetteren, praat, snateren, spreken, wauwelen, zwammen
Nu kunnen we beginnen.